Begrijp jij je dokter altijd?

Dokters gebruiken soms moeilijke taal. Of soms ben je als patiënt zo erg van slag door je diagnose dat verder luisteren moeilijk wordt. Dit valt onder de term ‘gezondheidsgeletterdheid’. Een moeilijk woord? Dr. Bart Demyttenaere, gynaecoloog, adviserend geneesheer en hoofd van de studiedienst van de Socialistische Mutualiteiten, legt uit wat het precies betekent.

Wat betekent ‘gezondheidsgeletterdheid’ juist?

Dr. Demyttenaere: “Gezondheidsgeletterdheid is de mate waarin iemand informatie over gezondheid begrijpt, zodat hij zijn gezondheid en levenskwaliteit kan behouden of verbeteren. Een aantal vaardigheden spelen hierbij een grote rol: vlot kunnen lezen en schrijven, digitaal vaardig zijn. Ook de context is heel breed, het begint al bij opvoeding, onderwijs … Als je bijvoorbeeld niet weet wat gezonde voeding is, kan je ook niet gezonder gaan eten. Het is eigenlijk een verhaal van 0 tot 77 jaar. Maar geen verhaal waar enkel de patiënt een rol speelt. Ook zorgverleners en zorginstellingen moeten meer aandacht besteden aan gezondheidsgeletterdheid. Ik zie nog al te vaak dokters die met een patiënt praten en allemaal geleerde woorden gebruiken. Dat klinkt stoer. Maar de patiënt heeft hier niets aan. Onder meer dat is onze taak als mutualiteit: het probleem op de agenda plaatsen. Gezondheidswerkers en zorgverleners sensibiliseren en motiveren om er aandacht voor te hebben.”

Gezondheidsgeletterd zijn betekent dus dat je je eigen gezondheid in handen kan nemen. Waarom is dat belangrijk?

Dr. Demyttenaere: “Het is aangetoond dat mensen met een lage gezondheidsgeletterdheid ook een minder goede gezondheid hebben. Ze hebben minder gezonde levensjaren en een kortere levensverwachting. We zien bijvoorbeeld dat veel mensen een doktersbezoek uitstellen. Dat is ook een teken van een gebrekkige gezondheidsgeletterdheid. Iedereen weet dat je met tandpijn naar de tandarts moet. Maar er zijn andere dingen waarmee mensen soms veel te laat naar de dokter stappen. Als we de gezondheidskloof willen dichten, als we de gezondheidsongelijkheid willen aanpakken, dan is gezondheidsgeletterdheid een heel belangrijk iets.”

Is gezondheidsgeletterdheid een groot probleem in België?

Dr. Demyttenaere: “In België heeft 1 op de 3 mensen problemen met gezondheidsgeletterdheid. Dat is heel veel! En dat aantal gaat nog groeien. De digitale kloof is hier één van de grote oorzaken van. Ook als mutualiteit onderschatten we vandaag het aantal mensen die digitaal niet mee zijn. We hebben websites, elektronische nieuwsbrieven, facebookpagina’s … maar 20 tot 30% van onze leden kunnen we zo niet bereiken. En dat is een fundamenteel probleem! Volgens mij zijn het vooral de 45-60-jarigen zonder bureaujob die niet mee zijn. Mensen die op de baan zijn, in een fabriek werken, voor onderhoud zorgen … werken zelden met een computer. De senioren doen het volgens mij zo slecht niet. We moeten goed beseffen dat je vandaag zonder digitale vaardigheden niet gezondheidsgeletterd kan zijn.”

Wat doet de overheid om het probleem van gezondheidsgeletterdheid aan te pakken?

Dr. Demyttenaere: “Het probleem is dat gezondheidsgeletterdheid in België een gesplitste bevoegdheid is. Alles wat te maken heeft met preventie is een regionale bevoegdheid, terwijl het curatieve een federale bevoegdheid is. Daarom zijn er tot nu toe enkel kleinschalige, versnipperde initiatieven genomen. Terwijl we eigenlijk nood hebben aan een globaal plan. In Nederland staan ze al verder dan bij ons. Dat is historisch gegroeid. Terwijl wij Belgen vooral aandacht hadden voor het technische en meetbare, was men in Nederland al veel sneller bezig met de meer softere aspecten van gezondheidszorg. Nederland heeft al een geïntegreerd nationaal plan. Zover zijn wij nog niet.”

Je had vroeger zelf een praktijk als gynaecoloog. Wat deed je zodat jouw patiënten je goed zouden begrijpen?

Dr. Demyttenaere: “Ik heb veel getekend en gekrabbeld. Als je voelt dat mensen niet helemaal begrijpen wat het probleem is, kan dat helpen. Ook herhalen is belangrijk. Mensen moeten ook zelf durven zeggen: “Dokter, begrijp ik je goed, heb je gezegd dat …” Niet iedereen is zo mondig. Ik heb vroeger heel wat patiënten met borstkanker behandeld. Als je een patiënt moet vertellen dat hij / zij borstkanker heeft, kan dat heel hard aankomen. Van wat je daarna vertelt, horen sommige patiënten niet meer veel. Daarom begon ik na een tijdje mensen een 2de afspraak te maken. Tijdens de eerste afspraak vertelde ik de diagnose en legde ik kort uit wat de behandeling was. Een week later zag ik deze mensen dan opnieuw om er een uitgebreid gesprek mee te hebben zodat ze het eerst wat konden laten bezinken. Je raadplegingen worden dan wel drukker, maar voor veel mensen was dit de ideale aanpak. Ze hoorden alle informatie nog een 2de keer. Het zijn zulke dingen waar we aandacht voor moeten hebben. Dat is soft, moeilijk meetbaar en brengt niets op, maar wel heel belangrijk. En als dokter maakt dat voor mij een wezenlijk deel uit van de zorg die je je patiënt geeft.”